Russell

Zaterdag 29 maart

The Boatshed bij eb
Nu doen we echt niets meer dan luieren op de bank, kijkend naar de bootjes die dobberen voor het raam. Gisteren hebben we de hele ochtend op de bank gezeten met een boek, een spelletje en de nodige koppen koffie, pas ’s middags om twee uur zijn we naar het strand gegaan. We hebben de ligstoelen die bij het huisje staan meegenomen en hebben drie uur op het strand gezeten met een boek. ’s Avonds de barbecue weer aan en daarna weer op de bank. Dat verstaan wij dus onder helemaal niets doen, hoe lui kun je zijn! 

Vandaag gaat het eigenlijk precies hetzelfde, het enige verschil is dat we om half drie eerst naar het internet café gaan om in te checken voor het eerste deel van onze vlucht maandag naar Hongkong. 
Christ Church in Russell
Achter het internet café staat het oudste kerkje van New Zealand. Wij gaan daar nog even kijken en lopen langs de graven, de graven gaan terug tot 1835, maar ook nu nog worden er mensen bijgelegd in de familiegraven. In dit land is ruimte genoeg en graven worden dus niet geruimd. Dan gaan we toch nog wat uurtjes op het strand liggen tot de zon achter de wolken verdwijnt, het is tijd om terug te gaan naar The Boatshed. Vanavond staat er sirloin steaks op het menu met onze befaamde boontjes en frieten. Na het eten pakken we de koffers in, het is nog een hele tour om niet boven het maximum van 20 kg per koffer uit te komen. Op de heenreis merkten we dat er redelijk streng op het gewicht van de grote koffers werd gelet dus dan maar wat meer in de handbagage, zo komt het ook wel thuis. Nu komt het eind echt in zicht, met weemoed ritsen we de koffers dicht.
Long Beach Russell

Russell

Donderdag 27 maart


Flagstaff Hill Russell
Vandaag uitslapen en lekker rustig genieten van ons “boot”huisje aan het water, rustig ontbijten en koffie drinken. Even niks is het motto van vandaag en daar proberen we ons aan te houden met een boek, een spelletje en schrobbeurt onder de douche omdat we nog steeds naar de sulfiet ruiken uit de hot pools. 
In de middag rijden we toch nog even Russell in voor een boodschap en we willen even op de Flagstaff Hill kijken. Op deze heuvel in Russell is in 1840 na het tekenen van de Waitangi Treat de Britse vlag geplaatst als symbool van het nieuwe bestuur.  Hone Heke, één van de Maori chiefs, raakte ontstemt omdat het beloofde vergoeding voor de grondverkopen uitbleef en gaf in 1845 opdracht de vlaggenmast neer te halen, dit tot woede van de Engelsen. Tegelijkertijd plunderde Kawiti, een bondgenoot van Hone Heke, de bezittingen van de kerk en stak ze in brand. Tot viermaal toe is de vlaggenmast neergehaald en weer vervangen, de vierde keer is het onderste deel van metaal gemaakt maar ook dit mocht niet baten, de mast werd weer neergehaald. De Engelsen namen wraak door het dorp van Kawiti te overvallen, met opzet op zondag terwijl de bekeerde Maori’s een eredienst hielden voor hun Christelijke god. 
Russell
In 1857 heeft de zoon van Kapiti vrijwillig een boom gekapt en de stam daarvan op de heuvel gezet bijwijze van nieuwe vlaggenmast. Tegenwoordig staat er weer een echte mast.
Waitangi ligt aan de overkant van de baai en met helder weer zijn de de Waitangi Treaty Grounds en het Treat House van de regent James Busby en de vlaggenmast daar te zien.

Op het moment dat wij op het Flagstaff Hill staan ligt er in de baai beneden ons een enorm cruiseschip van de Holland America Line en zien we dat de gasten worden teruggevaren naar het schip, zij zijn vast op excursie geweest naar de Waitangi Treaty Grounds en het Treat House in Waitangi. 
Holland America Line
Een enorme logistieke operatie waarbij de kleine bootjes af en aan varen met de cruisegasten. Als we wat later op het strand lopen bij Tapeka, zien we het schip langs varen naar een nieuwe bestemming. Voordat we terug gaan naar ons huisje rijden we nog even langs het internetcafé om onze trouwe lezers van nieuwe belevenissen te voorzien. Thuisgekomen zien we het water net onder het raam tegen het huis aanklotsen, met een aperitief op de bank voor het raam krijgt een extra dimensie nu het vloed is. Pas als het water al weer aan het terugtrekken is steken we de barbecue aan.

Dag met Hone

Woensdag 26 maart

We hebben vandaag om 10 uur een afspraak met Hone, een Maori Chief uit deze omgeving. Hij heeft ons gevraagd naar Waimate North te komen, een uurtje hier vandaan. Wat we gaan doen weten we niet, hij heeft alleen gevraagd of we zwemkleding en een handdoek mee willen nemen. Een dag met Hone betekent een dag van zijn leven meebeleven. Nadat we kennis hebben gemaakt stappen we in zijn auto en gaan we nog even langs zijn huis om Alex op te halen. Alex is een Oostenrijkse studente die een jaar lang door Australië en Nieuw-Zeeland trekt, waarbij ze steeds bij locals slaapt en eet en in ruil daarvoor allerlei klusjes doet zoals helpen in het huishouden of het verzorgen van de dieren en de tuin. Hone nodigt ons uit om schelpdieren in zee te zoeken voor onze lunch. Hone rijdt in een stille baai zijn auto het strand op tot de waterlijn en dan moeten we achter hem aan waden door het water. De schelpen die we moeten zoeken lijken een beetje op mosselen, maar deze Pippies worden niet gekweekt en liggen gewoon in het zand voor het oprapen, tenminste als je weet waar je moet zoeken. Hone weet dat wel, hij loopt wat rond en raapt af en toe een schelp op tot hij een Pippie heeft gevonden. Als je er één hebt gevonden dan liggen er honderden zegt hij. Hij laat zien hoe we met onze handen in het zand onder water moeten graven en dan scheppen we inderdaad handen vol Pippies boven. 
Hone
Binnen een kwartier hebben we een groot net vol en kunnen we naar zijn huis om te gaan lunchen. Hone zit vol verhalen over zijn cultuur, het verleden en het heden van de Maori’s. Hij neemt op de terugweg een gravelweg door het native woud. In de auto vertelt hij ons over de goden van de lucht en de aarde, het water, de wind, het woud en de oorlog. Hij probeert ons uit te leggen hoe hun geloof in deze goden werkt. Hij laat ons zien welke bomen en planten een betekenis hebben en waarvoor ze gebruikt kunnen worden. Hij leeft, dankzij zijn goden, van het land en weet welke planten kunnen worden gegeten en welke kunnen genezen en welke bomen en struiken je kunt gebruiken voor het bouwen van huizen, boten en werktuigen. Hij verteld ons ook zijn visie op de oude strijd tussen de Maori en de blanke kolonisten. Hij is Chief van twee clans, samen ongeveer 10.000 mensen. Een clan is te vergelijken met een uitgebreide familie met een heel brede stamboom, alle leden hebben wel iets met elkaar gemeen. Hone is gekozen tot Chief om vooral zijn culturele en traditionele Maori denkwijze en achtergrond. De Chiefs in New Zealand hebben veel status op het gebied van de traditionele cultuur, waarden, normen en als vertegenwoordiger van de oorspronkelijke bevolking. Zij worden vaak betrokken bij overleg met de plaatselijke maar ook landelijke bestuurders. Daarnaast beslechten zijn conflicten tussen de clans onderling en bemiddelen bij problemen tussen Maori’s en New Zealanders. Die laatsten worden nog immer gezien als de emigranten waarmee de Maori’s moeten leven en die grotendeels het oorspronkelijke land en haar rijkdom hebben afgepakt van de oorspronkelijke bewoners. Ondanks de verdragen en de vele afspraken over samenwerking voelen de Maori’s het nog immer als een vorm van overheersing en onderdrukking op eenzelfde wijze als de Indianen in de Verenigde Staten. Hone is een goede verteller en duidelijk zeer betrokken bij de clans waar hij voor staat, hij vertelt honderduit uit over het verleden, het heden en wat hij van de toekomst verwacht. We leren meer van hem over de Maori cultuur dan we tot nu hebben geleerd in de diverse musea, reisboeken, google en wikipedia samen. Hij vertelt ons dat hij gemiddeld 30 tot 35 dagen per jaar met 2 toeristen op deze wijze op pad gaat en zo de gelegenheid heeft om “het echte verhaal” te vertellen. 
Als we bij zijn huis aankomen worden we op ceremoniële wijze ontvangen door Julie en Hone. Gasten komen enkel in hun huis als ze als vrienden zijn binnengehaald en zijn geaccepteerd door hun goden. Heel apart en mysterieus maar pas dan mogen we binnen komen en een kijkje nemen in hun huis. De schelpen worden gewassen en kort gekookt en dan moeten we meehelpen om de Pippies uit de schelpen te halen. Met zijn allen om de emmer, leren we hoe we de schelpen moeten openbreken zonder ze te breken. Julie heeft een uitgebreide lunch voorbereid met aardappeltjes en groenten uit hun eigen tuin en een grote lamsbout geroosterd. Daarbij krijgen we ook typisch New Zealands gebakken brood met boter en stroop geserveerd. Terwijl wij eten is Hone in de keuken bezig om de Pippies te bereiden, hij bakt “fritter” voor ons. De hele lunch is heerlijk en de fritter is echt bijzonder goed gelukt. Het is een soort kleine pannenkoek met verse eieren vanuit het kippenhok, meel en de Pippies. 
Het is een heel bijzondere en erg gezellige lunch samen met Hone en Julie en Alex. Na de lunch, die meer dan twee uur heeft geduurd, neemt Hone ons mee naar de “Hot Pools”. Alex blijft thuis zij heeft andere bezigheden vanmiddag. De Hot Pools waar Hone ons mee naar toe neemt zijn de Ngawha Springs. Deze zijn bij toeristen niet bekent en daarom heel rustig. Het Ngawha geothermale systeem is, voor zover bekend, de enig heet water bron in New Zealand buiten de Taupo vulkanische zone. Er zijn hier acht poelen gegraven en afgeschot met hout. De poelen lopen vanzelf vol met warm water, elke poel heeft een andere temperatuur afhankelijk van het water en gas dat naar boven komt borrelen. De beheerder haalt de poelen elke drie dagen volledig leeg en wacht dan tot de poelen weer zijn volgelopen. Dit is een volledig natuurlijk proces, er wordt niets aan het water toegevoegd. Het water bevat zoveel natuurlijke mineralen en metalen en zouten dat het door de Maori’s en New Zealanders als bijzonder geneeskrachtig wordt beschouwd.

Ngawha Hot Pools
We zitten een uurtje met z’n drieën in de hot pool waarbij Hone voornamelijk aan het woord is. Nog steeds is hij niet uitverteld. Hij vertelt over zijn verleden, zijn gedwongen opname in kindertehuizen omdat hij niet naar school wilde, zijn leven op straat en in het leger. Zijn vriendschappen met de lokale politiechef maar ook met de eigenaar van ons reisbureau, een goede New Zealander. Hij is twee keer op uitnodiging van het reisburo naar Nederland geweest en heeft op de stand van het reisbureau op de vakantiebeurs in Utrecht promotiewerkzaamheden gedaan voor New Zealand en de belangen van de Maori’s. Ook vertelt hij over zijn passie voor Harley Davindson motoren en zijn motorvakanties in de USA. Hij is niet een man die vastgeroest zit in tradities maar juist ook de moderne tijd en mogelijkheden waardeert en gebruikt en die snapt dat het toerisme van levensbelang is voor de ontwikkeling van New Zealand. Zo zitten we weer anderhalf uur naar hem te luisteren als het om vijf uur tijd is om ons weer aan te kleden. We worden teruggebracht naar onze auto waar we hartelijk afscheid nemen van Hone met een echte Maori neusgroet en vol indrukken naar The Boatshed terug rijden. Vermoeid ploffen we op de bank alvorens de zwavelgeur van ons af te wassen. Koken hoeft vanavond niet, we hebben vanmiddag zo veel gegeten dat een boterhammetje vanavond volstaat. Wat een charisma heeft deze man, we raken niet uitgepraat over zijn bijzondere kijk op het leven, zijn land, zijn idealen maar ook de alledaagse dingen bij hem thuis!

Waitangi Treat Grounds

Dinsdag 25 maart

We beginnen onze cooling down met uitslapen, we zetten geen wekker en worden op de zelfde tijd wakker als elke morgen. Dat schiet dus niet op, dan maar rustig ontbijten en koffie drinken zoals we elke morgen hebben gedaan. 
Kerk in Paihia
We gaan maar wat toeren in de omgeving, eerst met het autopontje naar Paihia, een erg toeristisch dorpje met heel veel hotels en B&B’s maar ook met een prachtige kerk. Deze kerk is de plaats waar een aantal Maori stamhoofden bij elkaar kwamen en kennis maakten met James Busby, een afgezant van de Britse Koning, die op verzoek van deze Maori’s kwam praten  over de bescherming van het Britse Koninkrijk voor alle Maori’s en New Zealanders. Hij had een brief van de Koning bij zich en deze werd in het Maori vertaald door de dominee van deze kerk, deze bijeenkomst was de aanzet tot het Verdrag van Waitangi zeven jaar later. 
Waitangi Treat House
Net voorbij Paihia ligt het Waitangi Treat House, op het grasveld voor dit huis, uitkijkend over de baai naar zee, werd het Verdrag van Waitangi met de Maori stamhoofden en de Britse Kroon op 6 februari 1840 gesloten. De strijd tussen Maori’s en “pakeha” zou worden gestaakt, de Maori’s zouden landrechten krijgen en net als de kolonisten, beschermd worden door het Britse Koninkrijk. Het huis werd destijds bewoond door de regent James Busby en zijn gezin, nu is het een museum. Tegenover het huis staat een Maori-ontmoetingshuis, te whare runanga, samen symboliseren de beide gebouwen de samenwerking tussen de Maori en de Britse Kroon. 
te whare runanga
Op het grasveld op de plek waar het verdrag werd getekend staat nu een hoge vlaggenmast met de drie officiële vlaggen die New Zealand hebben vertegenwoordigd sinds 1834, The United Tribes of New Zealand ( de eerste vlag met het rode kruis), The Union Jack (vanaf 1840 de Engelse vlag) en de nieuwe New Zealand vlag (vanaf 1902). Op het terrein, de Waitangi Treaty Grounds, staat ook de langste ceremoniële oorlogskano ter wereld, de Ngãtokimatawhaorua, van 35 meter lang. Deze kano heeft minstens 76 peddelaars nodig om veilig te kunnen varen en dan kunnen er nog 55 passagiers mee. Ieder jaar op 6 februari wordt de kano te water gelaten ter ere van Waitangi Day. Waitangi Day is een officiële feestdag in New Zealand. 
Ngãtokimatawhaorua
De herdenking vindt plaats op de Waitangi Treaty Grounds waar duizenden New Zealanders de geboorte van hun land vieren. Het leuke van deze herdenkingsplek is dat New Zealanders geen entree betalen, willen toeristen deze plek bezoeken dan moet er betaald worden. Natuurlijk hebben wij dit cultureel erfgoed gesteund met onze bijdrage. We rijden verder naar Kerikeri en bekijken hier het Kemp House, dit is het oudste nog bestaande Europese gebouw van het land, gebouwd in 1822 van kauri- en totarahout als vooruit geschoven missiepost van de Anglicaanse kerk en tot 1974 onafgebroken bewoond door de familie Kemp. Er naast staat de Stone Store, gebouwd in 1836 en het oudste stenen gebouw dat uit de kolonistentijd is bewaard. We slenteren nog wat door het stadje en gaan boodschappen doen voor de avondmaaltijd. De supermarkt in Russell stelt niets voor, er is bijzonder weinig keus wat vlees betreft, dus we slaan onze slag bij de grote supermarkt in Kerikeri. We hebben een grote koelkast en groot vriesvak in ons huisje dus we slaan gelijk voor de hele week in, is dat ook maar weer geregeld.
Hundertwasser toilet
Op de terugweg komen we door Kawakawa en nu we hier toch langskomen kunnen we gelijk even gebruik maken van het beroemde Hundertwasser toilet. Dit openbare toilet is ontworpen door de Oostenrijkse kunstenaar Frederick Hundertwasser die hier woonde. Hundertwasser vond de stad wat kleurloos en bedacht een zeer kleurrijk toiletgebouw. Omdat hij succes had met deze kunstvorm heeft hij meerdere gebouwen in zijn stijl “versierd”. Hij vond het belangrijk om de lokale bevolking bij zijn projecten te betrekken en de liet bijvoorbeeld de scholieren van de plaatselijk school de tegeltjes ontwerpen en maken. Tegenwoordig vind je deze kunststijl overal in de stad terug. 
Later zou deze excentrieke kunstenaar een geldprijs winnen voor zijn oeuvre, deze stelde hij weer beschikbaar aan de stad die daarvoor een alternatieve stadspoort liet maken en plaatsen. 
We steken weer over met het pontje en dan is het alweer bijna zeven uur als we thuiskomen, we gaan op de bank tegenover het raam zitten kijken hoe het water zich heeft teruggetrokken, het is weer bijna eb. Lekker met de voetjes op tafel genieten we van de ondergaande zon, dat beeld moeten we vasthouden voor thuis!

Kauri Museum

Maandag 24 maart

Kauri Museum
Vandaag gaan we op pad naar ons laatste vakantieparadijsje, een cottage aan het strand van een zee-inham in het Bay of Islands. Hier zullen we de komende zes nachten verblijven en moet dit de cooling down, onder hopelijk subtropische omstandigheden, van onze vakantie worden. Maar zover is het nog niet, want eerst ontbijten, inpakken en afscheid nemen van Allan en Sir George (Vanessa is al naar haar werk). Op aanraden van Allan maken we een kleine omweg en gaan naar het Kauri Museum in Matakohe. Hier zien we verschillende exposities over de oeroude Kauri, het hout en de gom van deze boom. We zien hoe de Kauriboom werd gekapt, bewerkt in houtzagerijen een hoe de Kaurigom werd gevonden in en op de grond en later ook werd gewonnen uit gaten in de stam. 
De Kauriboom is de grootste en meest authentieke en daarom ook bekendste boom van New Zealand. Het is een soort conifeer of pijnboom die voorkomt in het noordelijke, subtropische deel van het Northland. Deze boom ontwikkelt een enorme stam en laat zijn takken vallen, maar behoudt wel een groenblijvende kruin. De oudste nog levende boom, Te Matua Ngahere ( Vader van het woud) in het Waipoua Forest is naar schatting 2000 jaar oud. Vroeger waren er bomen die nog veel ouder waren, maar er is heel veel gekapt, eerst door Maori’s voor het maken van hun kano’s en later door de naar New Zealand geëmigreerde Europeanen voor het maken van o.a. schepen, huizen, meubels en bruggen. Het Kaurihout is één van de beste houtsoorten ter wereld, heel vast van structuur en uitermate sterk. De boom groeit langzaam, 1,3 mm per jaar wordt de diameter slechts groter en het duurt honderden jaren voordat er een boom van formaat ontstaat. 
Kauri hars
Het kaurigom is een hars dat uit de stam sijpelt bij beschadigingen, bijvoorbeeld bij het afbreken van takken. Klonten hars lekte uit de bomen en viel in klompen op de grond waar het miljoenen jaren bleef liggen tot de mensen ontdekten wat ze er mee konden doen. Maori’s gebruikten het als brandbare stof om mee te koken of als grondstof voor de verlichtingstoorts. Europeanen gebruikten het voor vernis, linoleum, tandprothesen, bootlijm en nog veel meer. Amber is een gefossileerd hars afkomstig van verschillende boomsoorten over de hele wereld. Kaurigom is het New Zealands amber, hier werden heel veel sieraden van gemaakt. In het museum is een grote collectie Kaurigom bijeengebracht uit diverse privé collecties, er ligt zelfs een stuk Kaurigom in steenkool dat 43 miljoen jaar oud is. De Maori’s gebruikte vers kaurihars zelfs als kauwgom. 
In het museum zijn veel oude gereedschappen tentoongesteld die gehanteerd worden door poppen, deze poppen zijn gemodelleerd naar de echte pioniers uit de streek die met deze gereedschappen hebben gewerkt. Verder is er in het museum een tentoonstelling van kleding van de eerste pioniers en is er een volledig in kauri gemeubileerd herenhuis te zien uit 1900 met origineel decor en modellen van de pioniers. Op het terrein staat ook een oud postkantoor uit 1909, via de vooringang komen we bij de oude postloketten en via de achterzijde komen we in de aangrenzende woonruimte van de postbeambte en zijn gezin. 
Een schoolgebouw uit die tijd is verplaatst naar de tuin achter het museum, in het klaslokaal zijn de oorspronkelijke schoolbanken en landkaarten en boeken nog te zien. Al met al lopen wij hier twee uur rond en wordt het tijd om verder te gaan. We nemen de Old Russell road langs de kust in plaats van de highway, dit bespaart ons ook de car-ferry. We hebben Dan, onze host, vanuit de auto van onze aankomsttijd op de hoogte gesteld en we arriveren gelijk met hem bij “The Boatshed”. Dit is een verbouwd boothuisje, direct aan het water. Het is heel mooi en luxe ingericht. 
The Boatshed
Vanaf de bank kijken we uit over de jachthaven en als het vloed  is komt het water tot aan het raam. Bij eb valt er een gedeelte van de jachthaven droog en liggen de boten op het zand. Bij ons huisje liggen een tweetal roeiboten zodat we komende dagen nog kunnen spelenvaren. We zijn al weer volop aan het plannen maken terwijl dit verblijf de cooling down moet worden van de vakantie, maar of dat gaat lukken?

Point Well - Omaha Beach

Zondag 23 maart


Point Wells
We slapen wat onrustig, we worden steeds gewekt door het loeien van de koeien voor de deur, ze zijn om onbekende reden behoorlijk onrustig. Uiteindelijk laten ze ons met rust en vallen we in slaap waardoor we te laat wakker worden en net te laat aan het ontbijt verschijnen. Het ontbijt is in het woonhuis van Allan en Vanessa. Er zitten al twee gasten aan tafel, er zijn hier twee kamers die verhuurd worden. 
We kunnen hier kiezen uit een “fully cooked” ontbijt of een continentaal ontbijt. We wassen nog een tweede stapeltje kleding en net als het aan de lijn hangt begint het te regenen, gelukkig is er een droger beschikbaar. Als de was droog en gevouwen is gaan we op pad. Eerst naar Leigh, daar komen we bij de werf terecht, meer een kleine kade met een bootinlaat en wat vissers op de pier. Verder zijn er niets dan (vakantie) villa’s in Leigh, dus op naar Ti Point. Ook hier is niets anders dan een werf, nog kleiner dan in Leigh maar behalve vissers ook een groep duikers van een duikschool. 
Het volgende doel is Point Wells, hier blijkt een fancy fair te zijn langs de waterkant. Het is een soort bazaar met o.a. springkussens en een schmink tent, de plaatselijke oldtimer club heeft zijn auto’s opgepoetst en tentoongesteld, hier zitten een paar prachtige en zeer oude exemplaren tussen. Maar ook de plaatselijke kunstenaars, de plantenkweker, de rotary met worstebroodjes ontbreken niet maar als we bijna rond zijn op de bazaar begint het weer te regenen en besluiten we in de auto verder naar de volgende plaats te rijden. We gaan naar Omaha Beach, een dorp wat bijna alleen bestaat uit vakantievilla’s, niemand woont hier permanent. Het strand is in New Zealand altijd openbaar maar om hier te komen wordt je niet makkelijk gemaakt, veel straten zijn privé straten en verboden voor publiek. 
Waar je wel naar het strand kunt lopen staat nergens aangegeven dat moeten we zelf maar uitzoeken, het blijkt dat er diverse wandelpaden tussen de villa’s door naar het strand lopen. We parkeren de auto voor een grote villa en lopen er langs door de duin naar zee. Er ligt niemand op het strand er zijn alleen wat surfers op de golven. Er zijn heel wat schelpen aangespoeld en vele zijn nog gaaf omdat er maar weinig publiek op het strand loopt, enkele schelpen zijn zelfs nog bewoond. Tijdens onze wandeling worden we wederom overvallen door een regenbui, redelijk nat komen we bij onze auto terug. Al deze kustplaatsjes zijn volgebouwd met de meest exclusieve vakantiepaleizen, het blijkt dat de jet set uit Auckland hier haar zwarte dollartjes belegd. We kijken onze ogen uit, het ene huis is nog luxer als de ander. Tijd voor een lunch, we gaan naar Warkworth daar zag het er gisteren heel gezellig uit. Even vergeten dat het vandaag zondag is, Warkworth is bijna uitgestorven we kunnen er wel koffie drinken maar lunchen lukt niet. 
Omaha Beach
Dan maar proberen in Snells Beach, het enige restaurant wat we kunnen vinden gaat over tien minuten dicht, jammer het is al bijna vier uur en we hebben nog niets gegeten. Terug naar onze kamer komen we door Matakana, dit is een dorp wat bestaat uit twee straten. Deze twee straten staan haaks op elkaar en op dit enige kruispunt is een rotonde aangelegd want daar zijn ze gek op in New Zealand. Gelukkig is hier vanmiddag een seagull-race, zoiets als “te land, ter zee en in de lucht” wedstrijd . Als wij aankomen is de prijsuitreiking in volle gang en is het een groot feest en zijn zowel de pub als de pizzeria open. De pub is vol, dus dan maar naar de pizzeria, was dit nou een late lunch of een vroeg diner, maakt eigenlijk niet uit want hierna hebben we het gevoel dat we beslist genoeg hebben gegeten voor de hele dag. Om half zes zijn we terug op de kamer en krijgen we van Allan en Vanessa weer een heerlijk glas wijn met wat toastjes erbij. Dat is toch genieten met dit mooie uitzicht en de luxe om ons heen. Sir George, zoals we de hond noemen, blijft ons trouw totdat de toastjes op zijn, dan trekt hij zich weer discreet terug in zijn eigen residentie!

Op weg naar Warkworth

Zaterdag 22 maart


Onze hospita Pixie en haar hondje Lizzie komen om half tien afscheid nemen want zij gaan naar Auckland voor familiebezoek. Wij mogen rustig aan doen want de Mouse House is pas over een paar dagen weer besproken. We hoeven de deur niet af te sluiten als we weggaan, gewoon dicht doen is genoeg en de sleutel op tafel laten liggen. Hoe anders is dat in Nederland. Wij doen dan ook heel rustig aan en vertrekken pas om half twaalf. Zoals gezegd rijden we niet graag twee keer dezelfde route, we nemen daarom niet de highway naar Thames maar we rijden weer dwars over de Peninsula Coromandel naar de andere kant van dit schiereiland. Ook deze bergweg is een gravelroad en nog rustiger als de weg die we een paar dagen geleden naar noord Coromandel hebben gereden. Gedurende 28 km komen we maar 5 auto’s tegen en dan nog pas op het laatste stukje. We komen uit op de westelijke kustweg van het schiereiland wat een prachtige weg is om te rijden. 
We zien weinig van Thames maar stoppen bij het Bugger Café net over de nieuwe brug voor een koffiepauze. Een heel apart café met een eigen formule! De naam zegt al voldoende en als ondertitel staat op de gevel  “laugh a little”. Als we in de buurt komen van Auckland gaat de highway over in een motorway, aan de hoeveelheid verkeer merken we dat het echt een grote stad is. De motorway, een echte autosnelweg, gaat dwars door de stad en er is zelfs een heuse file, zelfs op zaterdag, al is vandaag een ongeluk op de weg de oorzaak van de file. Auckland heeft 1,4 miljoen inwoners en toch is er bijna geen hoogbouw. Alleen in het centrum is een kleine wijk met torenflats en hoge kantoren, deze wijk heet dan ook heel toepasselijk Sky City. Deze skyline kunnen we zien vanaf de brug over de haven. Auckland is niet erg interessant voor toeristen, er zijn geen echte highlights, geen historie, geen spraakmakende musea, geen mooie gebouwen maar is wel heel uitgestrekt met veel natuurlijk water. Enkel de Skytower, bijna een kopie van de Euromast in Rotterdam, is te beklimmen, maar daar rijden we niet het drukke centrum voor in en we stoppen dus maar niet in Auckland, temeer we de laatste nacht daar al slapen en misschien nog een stukje van de stad gaan zien. 
Puhoi
Wel verlaten we de route na Auckland om even naar Puhoi te gaan. Puhoi is gesticht door Rooms-katholieke immigranten uit Bohemen en een van de eerste gebouwen die ze oprichtten werd de kerk. Deze werd in 1881 voltooid en gewijd aan de Heiligen Peter en Paul wiens feestdag in de katholieke kalender valt op 29 juni, de dag van de aankomst van de eerste kolonisten. De kerk staat er nog steeds en is nog in gebruik. Ook het hotel, de winkel en het schoolgebouw dat tegenwoordig dienst doet als museum zijn nog oorspronkelijke gebouwen uit de tijd van de eerste kolonisten. We picknicken langs de Puhoi River en rijden dan het laatste stukje naar Warkworth. Onze B&B ligt een stukje voorbij Warkworth net buiten Matakana. We krijgen hier een kamer met uitzicht over het dal tot aan Omaha Beach. Geen keuken faciliteiten maar wel een koelkast en waterkoker zodat we ons water, wijn en bier kunnen koelen en koffie kunnen zetten. Het is een zeer luxe kamer op de begane grond met eigen ingang. 
Sir George
We worden verwelkomd door Allan en Vanessa en hun hond George die ons als we hebben uitgepakt ook nog een glas rosé uit de streek met wat toastjes komen brengen. Hier is ook een wasmachine waar we gebruik van mogen maken zodat we morgen eindelijk weer eens over schone T-shirts kunnen beschikken. Allan heeft alvast een tafel gereserveerd in een restaurant in Matakana om 19:30 uur en vraagt of dat goed is, op zaterdag avond is alles al heel snel volgeboekt en kom je zonder reservering nergens meer binnen. Heel attent, dus eten we vanavond in de Matakana Pub. Als we daar aankomen is het inderdaad helemaal vol, het is er gezellig en er speelt een plaatselijk bandje op het terras. We zijn nu al zo vaak Bluff oesters tegengekomen dat we die hoog nodig een keer moeten proberen, maar als we die bestellen horen we dat ze net zijn uitverkocht, maar dat er nog wel Matakana oesters zijn. Die zijn ook best lekker, eerlijk gezegd kunnen we niet vergelijken want we hebben nog geen Bluff oesters gegeten, Cathy heeft zelfs nog nooit oesters gegeten. We eten met smaak en hebben schik met het bekijken en afluisteren van de gasten aan de tafel naast ons, waar 7 New Zealanders zitten en 1 Japanner. Ook zij zijn nieuwsgierig naar ons en langzaam raken we in een geanimeerd gesprek met hen. Het is al laat als we na een heel gezellige avond weer naar onze kamer gaan.

Cooks Beach - Hot Water Beach

Vrijdag 21 maart

Cooks Beach
Het is weer zonnig en warm, maar er is meer wind. Na het ontbijt skypen we een tijdje met Robin en dan gaan we een uurtje aan de overkant van ons huis op het strand zitten, gewoon een boekje lezen. In ons huisje is echt alles aanwezig van strandstoeltjes tot en met strandlakens. We hebben telefonisch een boottochtje geboekt en zullen om 14:00 uur afgehaald worden op Ferry Landing. Normaal vertrekt de boot aan de overzijde in Whitianga. Dat scheelt ons drie kwartier rijden, dan hoeven we niet eerst naar Whitianga te rijden en hebben we zelfs nog tijd om te lunchen voor we vertrekken. Onderweg naar Ferry Landing komen we langs Shakespeare Cliff, we gaan er even kijken en hebben vandaar een prachtig uitzicht over Cooks Beach en Lonely Beach. Op Shakespeare Cliff staat een monument met plaquette die herinnert aan het feit dat James Cook hier aan land is gekomen. Koningin Elisabeth van Engeland heeft in de zeventiger jaren de plaquette onthult. 
We worden netjes op tijd opgehaald op Ferry Landing. Het blijkt een kleine boot te zijn geschikt voor 8 passagiers, een zogenaamde Rib (Rigid Inflatable Boat), een opblaasbare rubberboot met harde bodem die ook door o.a. reddingswerkers en leger gebruikt worden en uiterst geschikt is voor het varen in de golven van de zee. De boot is uiterst wendbaar en ligt hoog op het water. Het zal een tochtje worden van 2,5 uur waarbij we ook nog kunnen snorkelen en zwemmen, dus hebben we onze eigen snorkels en duikbrillen meegenomen. 
Gisteren was de zee kalm en heel helder maar vandaag dus niet meer. De zee is behoorlijk wild en het water absoluut niet kalm en zeker niet helder. Snorkelen zit er dan ook niet in meldt onze schipper maar misschien dat we straks even kunnen zwemmen, maar de boottocht is fantastisch. We varen een stuk over open water met golven van meer dan een meter hoog, soms maakt de boot zelfs een vrije val over een golf heen. In elke interessante baai varen we echter rustig zodat we alles goed kunnen bekijken en daar waar nodig geeft de schipper uitleg over hetgeen wij zien of wat leuk is om te weten. 
Cathedral Cove
Zo blijven we een tijdje voor de Cathedral Cove dobberen en hebben op deze manier een prachtig vrij zicht op de grot zonder dat we er helemaal naar toe moeten wandelen. Het is een lange steile wandeling van zeker anderhalf uur heen en terug. We komen dicht langs blowhole's en varen er zelfs één helemaal in nu het laag water is. 
Orua Cave
De laatste grot waar we in varen is Orua Cave met een prachtige akoestiek. Bij Gemstone Bay is een onderwater pad uitgezet voor snorkelaars maar dat is nu met deze ruwe zee niet te zien en we mogen dan ook niet snorkelen. Wel wordt er door de schipper wat visvoer in het water gegooid zodat de Snappers omhoog komen om te eten. Hele scholen tegelijk zwemmen om de boot heen elkaar verdringend om het voer. 
Snappers
We varen nog even door naar de luwte van een eiland waar vaak zeeleeuwen uitrusten, maar we kunnen ze niet vinden. Wel mogen we daar nog even zwemmen maar er drijft daar zoveel zeewier en planten dat een ieder daar maar vanaf ziet. Terug varen we helemaal op open zee en dan slaat de boot met hoge snelheid op de golven, ook wij krijgen behoorlijke klappen te verduren, maar de schipper heeft allemaal jonge mensen aan boord die tegen een stootje moeten kunnen. Gebutst en gedeukt worden we om half vijf weer afgezet op Ferry Landing. Dit was een geweldige en spectaculaire excursie. 
Hot Water Beach
We moeten uiteraard ook nog naar misschien wel de grootste toeristische trekpleister hier in de omgeving : "de Hot Water Beach". Door geothermische activiteit stijgt er stoom uit het zand op en kun je hier bij eb je eigen warmwaterbad graven op het strand, het water in je kuil is dan ongeveer 65°C. Het is maar een heel klein stukje van de baai waar het water wordt verwarmd door de stoom in de grond en daar staan dan ook tientallen toeristen op een kluitje met gehuurde schepjes een kuil te graven. 
Hot Water Beach
Jammer genoeg voor hen is de zee vandaag zo wild dat zelfs met eb de kuiltjes telkens overspoeld worden door het koude zeewater. Wij kijken het van een afstandje aan en slenteren wat door de branding en voelen zo nu en dan het water in de kuiltjes. We graven geen gat en maken geen dijkje om onze kuil omdat dat zinloos is, wij Nederlanders zijn nu eenmaal specialisten in het aanleggen van waterkeringen en weten dat je dat wel kunt vergeten met een gehuurd kinderschepje. Alleen de Germans graven eindeloos door, nog niets geleerd van vroeger. Zittend op het strand in de zon laten we onze voeten drogen en kijken hoe een aantal planksurfers hun capriolen uithalen op de hoge golven. Daar heb je lef voor nodig. Eenmaal weer terug bij het Mouse House maken we nog een praatje met onze hospita en dan steken we de barbecue aan, dit keer zijn we op tijd en kunnen we barbecueën met volledig daglicht. De dagen vliegen om en voordat je het weet ................ Nee, daar willen we nog niet aan denken! 

Coromandel

Donderdag 20 maart

We hebben goed geslapen, wat een heerlijk bed. We maken ons eigen vertrouwde ontbijt en worden langzaam wakker. Het is gisteravond behoorlijk laat geworden, we hebben nog laat zitten skypen met Nicole en Myrna. Vandaag gaan we de Coromandel Peninsula verkennen. 
Eerst naar Coromandel Town, niet over de highway maar dwars over het schiereiland over de bergen. Dit is een gravelroad, een stuk korter, bovendien vinden we het niet leuk om dezelfde weg heen en terug te rijden, we besluiten terug wel over de highway te rijden want dan kunnen we nog langs de supermarkt in Whitianga. 
De gravelroad is zeker een stuk van 25 km en we komen bijna niemand tegen. Uitsluitend wat autochtone kiwi’s en die zijn in hun dikke 4wheeldrive’s gewend met hoge snelheid te rijden en verwachten eigenlijk geen toeristen in tegengestelde richting, dus regelmatig moeten wij en zij vol in de remmen. Op gravelroads heb je drie sporen en de middelste wordt door beide voertuigen gebruikt, dus het passeren moet wat omzichtig gebeuren. Dus eerst flink remmen, de ABS houdt dan grip op de gravel en dan even passen en meten om elkaar voorbij te rijden. Het blijft dus goed opletten. Cormandel is een oud mijnwerkers stadje, het is kleiner dan we hadden verwacht maar wel gezellig. Ooit ontstaan tijdens de goldrush, toont het plaatsje nog steeds de sfeer van weleer met zijn oude gevels, het leven is hier nog steeds heel kalm en ontspannen. We zitten gewoon een tijdje op een bankje in het park en kijken naar de verrichtingen van de autochtonen want toeristen zijn hier nauwelijks, iedereen doet zijn boodschap en staat daarna oeverloos lang met elkaar te kletsen. 
Net buiten Coromandel staat een ambachtelijke werkplaats waar nog steeds goud machinaal aan erts wordt onttrokken, deze 100 jaar oude machine werkt nog perfect en wordt aangedreven door het grootste nog werkende waterrad van New Zealand. Erg lucratief is de goudwinning niet gezien de erbarmelijke staat van de werkplaats, het meeste geld wordt verdiend aan de toeristen die met een zeef in de rivier naar goud zoeken, wat ze echt niet gaan vinden. De weg naar het noorden van het schiereiland is weer zo’n weg met veel te veel mooie uitzichten, het is maar goed dat er weinig mogelijkheden zijn om te stoppen langs de weg anders komen we voor donker niet meer thuis. 
Colville Bay
Deze weg houdt bij Colville op, althans vanaf daar zijn geen verharde wegen meer, wie nog verder wil moet over gravelroads rijden. Na Colville zijn er zelfs geen winkels meer. Dus de mainstore in de hoofdstraat verkoopt dan ook alles! We picknicken in de Colville Bay, zwemmen kunnen we niet, niet eens pootje baden want het is eb de zee is alleen in de verte te zien, maar een mooie baai is het wel. Het is al half vier als we besluiten om naar huis terug te gaan. De enige weg terug is weer via Coromandel en vandaar kunnen we dan de highway naar Whitianga nemen. Daar dus even een tussenstop bij de supermarkt en dan nog drie kwartier tot Cooks Beach. 
Cooks Beach is zo genoemd omdat dit de baai is waar kapitein Cook in 1769 de Britse vlag op New Zealands bodem hees en het gebied namens koning George III opeiste. Dus eigenlijk logeren we op gewijde grond maar we komen er niet achter waar captain Cook nou precies die vlag geprikt heeft. Thuis de normale beslommeringen, het vlees moet nog gemarineerd worden dus we kunnen eerst uitrusten van de lange rit. Maar dan is het plotseling donker en moet het vlees nog op de barbecue. Een buitenlamp hebben we niet dan maar weer vlees roosteren met een zaklampje en binnen opeten, ach dat hebben we ook al vaker gedaan. Het hoort wel een beetje bij ons soort vakanties en we eten er zeker niet minder om! 

Katikati - Whitianga

Woensdag 19 maart

Raewyn is al vroeg naar haar werk vertrokken dus heeft Graeme alle aandacht voor ons. Hij blijft maar om ons heen drentelen en goede raad geven over hoe we moeten rijden en waar we moeten stoppen om te lunchen en welke wandelingen we moeten maken. We laten het grotendeels langs ons heen glijden en zeggen af en toe “yes, we will do” en “thank you” zo kunnen we rustig verder eten. Vandaag zijn dat bagels die Raewyn voor haar werk heeft gebakken met zelf gemaakte groene tomaten jam of perzik chutney, Yummie. Als we alles hebben ingepakt nemen we afscheid van Graeme en zijn Siamese kat en gaan op weg naar Whitianga.
Katikati
We maken een kleine omweg langs de Starbucks, want zonder koffie kunnen wij de dag niet beginnen en de koffie van Graeme hebben we zeer slechte herinneringen aan. Bij de Starbucks kunnen we gelijk de blog bijwerken en de krant downloaden, we hebben geen geen mail vandaag. Na twee uur rijden is het tijd voor een tussenstop, we zijn dan in Katikati aangekomen. Katikati noemt zichzelf “The Mural Town” vanwege de muurschilderingen in dit plaatsje. In 1990 is de Katikati Open-Air Art Inc. opgericht om tijdens een economische malaise van de stad wat meer toeristen aan te trekken. Dat deden ze door de geschiedenis van de stad uit te beelden in vele muurschilderingen door de stad heen.
Katikati
Deze muurschilderingen veelal op de zijkanten van winkels en bedrijven, zijn er nog steeds en worden telkens gerestaureerd. We lopen het dorpje rond en bekijken diverse schilderingen en gaan daarna een kop koffie drinken voor we onze weg vervolgen. Om vier uur komen we in Cooks Beach aan, daar staat in de tuin van een groot woonhuis een kleine cottage genaamd de Mouse House. Dit is beslist geen klein huisje maar een zeer ruime cottage met twee verdiepingen en twee badkamers. We kunnen hier gelukkig weer zelf koken, we mogen zelfs de barbecue gebruiken achter in de tuin. Nadat we hebben uitgepakt en zijn geacclimatiseerd gaan we boodschappen doen voor het avondeten. Cooks Beach is een heel klein dorpje halverwege de Peninsula (schiereiland) Coromandel aan de oostkust, 3 km van Whitianga. Alleen zit er tussen Cooks Beach en Whitianga wel een diepe inham van de zee waardoor het met de auto 40 min. rijden is naar de dichtstbijzijnde supermarkt.
Ferry Landing
Een andere manier is met de Ferry oversteken, een tochtje van 2 min. en dan in Whitianga 1,5 km lopen naar de supermarkt. We krijgen van onze hostess Pixie een boodschappentas op wieltjes mee voor het bier en de wijn, plus een koeltas met koelblokken voor het vlees e.d. We rijden 3 km. naar het haventje van Cooks Beach en stappen daar in een klein bootje die ons overvaart naar Whitianga. Aan de overkant zien we nog net dat de vangst van een kleine vissersbootje wordt binnengehaald.
Merlijn
Daar ligt zo’n grote vis op dat die uit de boot getakeld moet worden, hij past ook niet helemaal in de bak van de pickup-truck, hij is minstens 3 meter lang. Later vinden we op internet dat dit een Merlijn moet zijn. Na de gedane boodschappen genieten we van een ijsje op het grasveld naast de supermarket, het is hier tenslotte 27°C en dan gaat een ijsje er best in. Als we terug komen in de haven bij de Ferry is de schipper net weg om thuis te eten, we moeten nog drie kwartier wachten voor we kunnen oversteken. Aan de overkant zien we onze auto staan, we zouden best kunnen zwemmen maar waar laten we dan onze boodschappen? Hongerig en inmiddels behoorlijk afgekoeld kunnen we om half acht eindelijk naar de overkant en naar de Mouse House terug. Omdat we maar één elektrisch kookplaatje hebben en een elektrische bakpan wordt het weer behoorlijk improviseren om een goede maaltijd op tafel te krijgen. Toch lukt het weer al is het inmiddels wel 21:00 uur als we aan tafel gaan. Het heeft een hoop moeite gekost maar we zijn blij dat we dit keer weer zelf ons maaltje kunnen bereiden. Een karbonaadje met sperzieboontjes, wat zijn we toch echt Hollands gewoon gebleven!

Rotorua - kayak

Dinsdag 18 maart

Hotpools
Bij het ontbijt horen we van Raewyn dat ook zij twee wallabies hebben gezien toen ze een uurtje na ons thuis kwamen. Ze is er helemaal opgewonden van want het was de eerste keer dat zij ze in het wild heeft gezien. Graeme vindt het wel jammer dat we de possum hebben laten lopen, als echte New Zealander vindt ook hij ze een echte plaag. Het ontbijt is deze ochtend een stuk beter, eerst de verse vruchtjes met yoghurt en muesli maar daarna een vers gebakken wafel met homemade lemon chutney. 
Alleen zijn wij de enige gasten in huis en krijgen we nu de volle aandacht en moeten we gedetailleerd verslag uitbrengen over onze belevenissen van de dag hiervoor. Het is inmiddels wel duidelijk dat wij deze vorm van B&B minder appreciëren, zeker als we geen klik hebben met onze hosts. We gaan weer naar Rotorua, eerst naar de Starbucks niet alleen voor de koffie maar daar kunnen we ook weer even internetten. Na twee koppen koffie en een uurtje internet gaan we Rotorua verder verkennen maar we komen niet verder dan The Warehouse waar we ons nog een uurtje vermaken. Inmiddels is de zon doorgebroken en is het mooi weer om te gaan kayakken op het meer. 
We eten wat broodjes op onze kamer en lopen dan naar de kayaks. Gasten van dit huis mogen gratis gebruik maken van de kayaks, het huis heeft een eigen aanlegplaats aan het Lake Rotoiti. We hebben net de eerste kayak gepakt en in het water neergelegd als we worden aangesproken door de gasten die in de cottage van Raewyn en Graeme logeren, zij vragen hoe lang we wegblijven want zij willen ook zo gaan kayakken op het meer. Graeme heeft zowel ons als deze andere gasten belooft dat de kayaks vanmiddag gebruikt kunnen worden. Gelukkig zijn wij net een paar minuten eerder dus hebben wij mazzel en zij pech. Na de eerste stuntelige en onwennige slagen, peddelen we daarna als volleerde peddelaars weg. We hebben in het verleden vaker gevaren en je blijkt het dus niet te verleren. 
We peddelen meer dan een uur langs de kust en komen daarbij hele hordes zwarte zwanen tegen, bij 50 zijn we opgehouden met tellen maar we hebben minstens het dubbele aantal gezien. Pas nu valt ons op dat we bijna nergens witte zwanen zien, waarschijnlijk zijn die hier zeldzaam. We varen een paar kilometer langs de oevers van het meer en zien daar de meest uiteenlopende vakantiewoningen, van een eenvoudige kipcaravan tot miljonairsoptrekjes met grote botenloodsen. Uiteindelijk leggen we aan bij een aanlegsteiger bij commerciële hotpools, hier kun je baden in water dat verwarmd wordt door de thermische bronnen. Helaas is het laagseizoen en is het restaurant en de bar gesloten maar een flesje water kunnen we nog wel kopen. 
Heet water bron in het meer
Wij zijn de enige gasten en als we weer weg peddelen worden we vriendelijk uitgezwaaid. We peddelen weer terug naar ons logeeradres, dit keer dwars over het meer, een snellere route maar wel zwaarder door de tegenwind.  We gaan dan voorbij de aanlegplaats van ons vakantiehuis om ook nog even aan de andere kant van de baai te kijken. Hier zijn veel bronnen waar het water wordt verwarmd door opborrelend stoom en zwavelgas, dat ook goed te ruiken is, maar opmerkelijker is dat het water hier vele graden warmer is. De zwarte zwanen die hier zwemmen hebben een heel nest kleine zwaantjes en de ouders maken dreigende geluiden naar ons, wij gaan er maar met een grote boog omheen. 
Uiteindelijk hebben we bijna drie uur gepeddeld, wij hebben de fitness wel weer gehad voor deze week. Schoon en fris gedoucht gaan we weer op weg naar Rotorua om te eten. Dit keer kiezen we voor een Thais restaurant, dat hebben we nog niet gedaan in New Zealand. Goede keus het smaakt veel beter dan bij de Fat Dog. Op de terugweg komen we weer twee possums tegen, maar ze zijn ons telkens te vlug af, ze leven nog steeds. Eerlijk gezegd zijn wij ook niet de types om een dier moedwillig dood te rijden, ook niet als een aspirant kiwi. Ook de wallabie huppelt hier nog steeds vrolijk rond, nu waren we er op voorbereid en hoefden we niet plotseling te remmen toen deze besloot om weer voor de auto over te steken, the lucky guy!